De kick in atletiek - diny bom - hardcover (9789072335654)
Jan luiting fonds
Praktijk en theorie van de atletiekbeoefening De Kick in Atletiek is geschreven voor docenten Lichamelijke Opvoeding in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Het boek is een verzameling van onderwijsleerstof voor alle leeftijden. Als u dit boek gebruikt, merkt u dat het echt 'skicken's is in atletiek. U vindt een schat aan informatie om uw lessen op een verantwoorde en aantrekkelijke manier in te vullen. Veel werkvormen doen een appèl op het plezier dat leerlingen ervaren als zij tot bewegen uitgedaagd worden. De opbouw van het boek: Het boek bestaat uit dertien hoofdstukken. Hoofdstuk 1 verwijst naar de kerndoelen en eindtermen van de lichamelijke opvoeding, vooral naar de eindtermen die gericht zijn op atletiek. Voor verschillende onderwijstypen staan suggesties hoe u de onderwijsleerstof kunt benutten om de doelen te bereiken. Hoofdstuk 2 tot en met 12 hebben dezelfde opbouw en behandelen elk één atletieknummer. Achtereenvolgens zijn dit: start en sprint, lange afstand, hordelopen en hindernislopen, estafette, verspringen, hoogspringen, hink-stap-springen, polsstokhoogspringen, kogelstoten, discuswerpen, balwerpen en speerwerpen. Hoofdstuk 13 staat in het teken van de meerkamp. Deze meerkampen kunnen tijdens sportdagen, schoolkampen, klassen tegen elkaar of in een persoonlijke meerkamp worden uitgevoerd. De beoordeling van de meerkampen gaat met punten uit een prestatieladder voor twaalf- tot achttienjarigen, voor zowel jongens als meisjes. Deze prestatieladder heeft 25 treden, waardoor er geen correlatie is met het geven van cijfers voor de atletiek.
Een speler- en spelgecentreerde didactiek van spelsporten Als leraar lichamelijke opvoeding sta je voor de uitdagende taak om leerlingen meer(voudig) bekwaam en enthousiast te maken voor een duurzame deelname aan onze beweeg- en sportcultuur als onderdeel van een gezonde leefstijl. Om dit te bewerkstelligen, is het van groot belang dat iedere leerling veelvuldig succesvolle en positieve beweegervaringen op kan doen en voldoende wordt uitgedaagd binnen het bewegingsonderwijs op school. Gezien de vaak grote verschillen tussen leerlingen in het bewegingsonderwijs is dit zeker geen eenvoudige opgave. Het adequaat inspelen op deze verschillen en het aansluiten bij de mogelijkheden van de individuele leerling lijkt met name bij spelsporten en spelsportactiviteiten een grote uitdaging. In dit boek worden daarom, aan de hand van het speler- en spelgecentreerde vakdidactische model Spelinzicht, richtlijnen en concrete handvatten aangereikt waarmee in de spelsportpraktijk (nog) beter ingespeeld kan worden op de uiteenlopende (beweeg)niveaus van leerlingen en spelleeractiviteiten op maat gemaakt kunnen worden. Dit alles met als doel de leerprocessen van leerlingen te optimaliseren en hen met (nog) meer spelinzicht en spelplezier succesvol te laten deelnemen aan spelsportactiviteiten. Spelinzicht bestaat uit twee delen. Het eerste deel heeft betrekking op een theoretische uiteenzetting en verantwoording van de in deel 2 uitgewerkte praktijkvoorbeelden. Deze praktijkvoorbeelden zijn gecategoriseerd aan de hand van de 'spelfamilies' van de doelspelen, terugslagspelen, inblijf- en uitmaakspelen en mikspelen en uitgewerkt aan de hand van de verschillende speluitdagingen. Deze derde druk is herzien, aangevuld en geactualiseerd. Het boek is gericht op leraren lichamelijke opvoeding al dan niet in opleiding, maar zeer zeker ook bruikbaar voor andere, eventueel in opleiding zijnde, professionals in de wereld van sport en bewegen, zoals trainers/coaches, buurtsportcoaches en combinatiefunctionarissen.