In 2001 gaat Sacha in haar eentje op reis naar Afrika. Ze hoopt wilde dieren te spotten en vooral avontuur te beleven. Ze droomt ervan om een Australiër met een stoere auto tegen te komen om zo door Afrika te reizen. In haar rugzak zitten van die handige afritsbroeken, serieuze sandalen, haar dagboek en een reisgids. Sacha vindt zichzelf een ervaren backpacker en vooral geen trutje, maar in die eerste weken in Afrika realiseert ze zich al gauw dat het maar goed is dat ze op pad is met een reisgezelschap. Als ze daarna alleen verder reist, komt ze erachter dat besluiteloosheid geen goede eigenschap is. En dat een planning er alleen maar is om van af te wijken. Ondanks dat ze op alles en iedereen commentaar heeft, ontdekt ze dat ze veel kan leren van de bijzondere mensen die ze tijdens haar reis ontmoet, waarbij ze probeert haar imago van ervaren backpacker hoog te houden. Ondertussen snapt ze niets van die backpackers die wekenlang op dezelfde plek blijven hangen. En duiken? Nee, dat is voor Sacha al helemaal niet weggelegd. Totdat ze in Mozambique terechtkomt… Een waargebeurd verhaal, geschreven met liefde en humor, over een avontuurlijke reis door Zuidelijk Afrika.
