Als je het compacte blikje opent, zie je dat er een dobbelsteen en een stapel kaarten in zit. That's all. Nou, dan zullen de spelregels ook wel niet zo moeilijk zijn. Als ouder moet je - ter voorbereiding - alleen eerst de kaarten uit de stapel halen waarvan de dingen niet in huis zijn. Daarna is het een kwestie van kaarten schudden en de spelers om de beurt een keer laten gooien met de dobbelsteen. De gooi bepaalt namelijk of een speler één, twee of drie kaarten moet pakken van de stapel. Als iedereen zijn kaarten heeft, start het spel en moeten ze - zo snel mogelijk - alle voorwerpen op hun kaartjes vinden. Heb je als speler alle voorwerpen gevonden dan roep je luid “STOP!” Iedereen stopt met zoeken en neemt zijn of haar gevonden spullen mee naar het beginpunt. Elke speler krijgt per gevonden voorwerp één punt. De speler die als eerste tien punten heeft, is de winnaar.