Bax/Bate: Cello Concertos - CD (5020926035127)

"Het eerste van zijn stukken voor solo-instrument en orkest dat Bax officieel als ""concerto"" bestempelde, was het Celloconcert uit 1932. In het Celloconcert staat het instrument vrijwel van begin tot eind centraal en de componist doet veel moeite om ervoor te zorgen dat het steeds duidelijk hoorbaar is. Daarvoor gebruikt hij een bescheiden bezetting: drie fluiten, twee hobo's, Engelse hoorn, twee klarinetten, twee fagotten, contrafagot, vier hoorns, twee trompetten, pauken, harp, celesta en strijkers. Naar de gebruikelijke maatstaven van de componist is deze orkestratie opvallend sober, met een afwezigheid van trombones en tuba en slechts twee trompetten, waarvan de tweede in het eerste deel helemaal niet voorkomt. Ter ondersteuning van de solist nemen de texturen vaak de transparantie van kamermuziek aan en worden met zoveel inventiviteit en flair gevarieerd (inclusief veel creatief gebruik van gedeelde strijkers) dat we zelden dezelfde combinatie van instrumenten tegenkomen die de cellist twee frasen achter elkaar begeleiden. Voordat hij in 1953 zijn Celloconcert schreef, had Bate een paar instrumentale werken voor cello en piano geproduceerd, bestaande uit een Recitatief, op.52a (1945), en een Fantasie, op.56 (1947). De vlotheid van zijn schriftuur in het concerto suggereert dat de componist een natuurlijk inlevingsvermogen had in het lyrische en declamatorische karakter van het solo-instrument. Het ging eind 1954 in première door het Eastman Rochester Orchestra aan de Eastman School of Music in New York. Compact en spaarzaam van opzet, houdt Bate's concerto de solist de hele tijd in de schijnwerpers. Een omvangrijk orkest wordt zelden op volle sterkte ingezet en dan nog slechts vluchtig. Het bestaat uit twee fluiten, twee hobo's, klarinet, twee fagotten, vier hoorns, drie trompetten, drie trombones, tuba, pauken, bekkens en strijkers."