Dreyer: Sacred Music - CD (5028421964058)

Wereldpremière opnamen van psalmen en hymnen door een vergeten grootheid uit de Florentijnse barok. Giovanni Filippo Maria Dreyer, in 1703 in Florence geboren, stond in zijn tijd bekend als 'sil Tedeschino's ('shet kleine Duitse ventje's) en maakte naam als castrato sopraan in operahuizen in heel Italië en verder naar het noorden: hij had leidinggevende posities in theaters in Wroclaw en Praag voordat hij in dienst trad bij het keizerlijke theater in Moskou. In 1737 keerde hij terug naar zijn geboortestad, waar hij toetrad tot een religieuze orde in de kerk van SS Annunziata en er maestro di capella werd. De bibliotheek van SS Annunziata bewaart de verzameling Salmi Brevi à 4 voci con Strumenti (Korte Psalmen voor vier stemmen met instrumenten), gecomponeerd in 1740 en hier gedeeltelijk voor het eerst gepresenteerd. De stijl emuleert de populaire Napolitaanse school van die tijd, bij uitstek vertegenwoordigd door Pergolesi en Alessandro Scarlatti. De harmonische schrijfwijze is breed, helder en expressief, zodanig dat ze door het grote publiek en niet alleen door een kleine kring van specialisten kan worden gewaardeerd. Ook hier het motet Verbum caro voor twee sopranen en continuo, en de meer uitgebreide zettingen van Domine ad adjuvandum en Inno a 4 per San Filippo, beide met aria's afgewisseld met koorgedeelten als in een cantate. Net als de Salmi Brevi, hebben deze stukken nooit het daglicht gezien buiten de planken van de bibliotheek van SS Annunziata. De violist en dirigent Giacomo Benedetti, die werd uitgenodigd om ze te onderzoeken en uit te voeren, heeft deze stijlvolle opnames gemaakt met Italiaanse zangers en instrumentalisten die geschoold zijn in de historisch geïnformeerde uitvoeringspraktijk, en het resultaat is een aantrekkelijk venster op het musiceren in de kerken van het barokke Florence. Giovanni Filippo Dreyer (1703-1772) werd geboren in Florence, Italië. Als castraat-sopraan zong hij in 1723 in verschillende producties in Rome, waaronder Vivaldi's Ercole sul Termodonte, en vervolgens in Lucca en Florence in Sarri's Didone abbandonata. Voor het carnaval van 1725-26 zong Dreyer Albinoni's opera's in Venetië. In 1726 verhuisde hij naar Wroclaw, Polen, waar hij lange tijd verbleef. Pas in 1739 reisde hij door naar Praag om op te treden op het toneel van Graaf von Sporck. In deze periode werden zijn composities in het openbaar gepresenteerd, waaronder het intermezzo Vespetta e Valesio uit 1728. In Praag nam hij vervolgens deel aan Vivaldi's Agrippa. In 1731 aanvaardde Dreyer een uitnodiging naar Moskou: het keizerlijk hof beloonde zijn muzikale diensten ruimhartig. In 1733-34 verhuisde Dreyer, in navolging van het keizerlijk hof, naar Sint-Petersburg, en hoewel zijn activiteiten als castraat onbekend blijven, nam hij zeker de rol van impresario op zich: hij kwam naar Florence om musici voor Rusland in te huren, en passeerde Dresden en Wenen. Bij zijn terugkeer in Florence werd hij priester en wijdde zich vanaf dat moment aan het componeren van gewijde muziek. In 1740 componeerde Dreyer een bloemlezing van Salmi Brevi à 4 voci con Strumenti (Korte Psalmen voor vier stemmen met Instrumenten) waarvan het autograaf manuscript wordt bewaard in Santissima Annunziata. De muzikale stijl van de elf psalmen (gecomponeerd voor vespers) ligt dicht bij die van de Napolitaanse school, met een onderscheid tussen de vocale partij en de orkestbegeleiding. De harmonische schriftuur is breed, helder en expressief, zodanig dat zij door het grote publiek en niet alleen door een kleine kring van specialisten kan worden gewaardeerd. Deze prachtige nieuwe produktie wordt gezongen door de sopranen Rossana Bertini en Elena Cecchi Fedi, het koor Le Tems Revient en het instrumentaal ensemble Baroque Luminis, onder leiding van Giacomo Benedetti. terwijl de invloed van Widor duidelijk is in het gebruik van het orgel en de klassieke vormen.