Voorlopige Voorzieningen En Dwangregeling In Het
Product informatie
€ 123,00 € 120,99
0 van de 5 sterren
0 reviews
Koop het product
Koop het product
Sinds 1998 bevat de Faillissementswet een regeling voor de sanering van schulden van natuurlijke personen. In 2008 zijn drie artikelen aan deze regeling toegevoegd. Dit zijn de artikelen 287 lid 4, 287a en 287b van de Faillissementswet (Fw). Introductie voorlopige voorzieningen in het insolventierecht Art. 287 lid 4 en art. 287b Fw introduceren de voorlopige voorziening in het insolventie- (proces)recht. De voorziening van art. 287 lid 4 Fw dient ter overbrugging van de periode tussen het indienen van een verzoek WSNP en de beslissing op dit verzoek door de insolventierechter. Met deze voorzieningen kan men ingrijpen als in die periode een noodsituatie ontstaat. Minnelijke regeling De in art. 287b Fw genoemde voorlopige voorzieningen zijn aan de orde in een eerdere fase van de aanpak van problematische schulden. De bedoeling van deze voorzieningen is, de schuldenaar de gelegenheid te geven een (minnelijke) schuldregeling met zijn schuldeisers te treffen. Bijzondere bepaling Art. 287a Fw is een bijzondere bepaling, omdat deze een voor de Faillissementswet nieuwe rechtsfiguur in het leven roept. De rechter kan op grond van dit artikel een schuldregeling opleggen aan een schuldeiser. Dit wordt in de regel een gedwongen schuldregeling genoemd. Wettelijke regeling pre-insolventieperiode De drie genoemde bepalingen kunnen als de eerste levensvormen van een wettelijke regeling van de pre-insolventieperiode worden gezien. Een terrein dat in de 21ste eeuw ongetwijfeld verder tot ontwikkeling zal komen, gelet op diverse in 2014 gepubliceerde (concept)- wetsvoorstellen. Denk aan het voorstel tot benoeming van een stille curator ('Pre-Pack') en het voorstel over het algemeen verbindend verklaren van een buiten faillissement gesloten akkoord ter herstructurering van schulden uit onderneming (Wet continuïteit ondernemingen II). Summiere beschrijving in de wet De wetgever heeft de procedures van de art. 287 lid 4, 287a en 287b Fw zeer summier beschreven. De talrijke vragen die dit oproept, worden in dit boek zoveel mogelijk beantwoord. Na een beschrijving van het burgerlijk procesrecht en het insolventieprocesrecht, plaatst de auteur de kenmerken van het burgerlijk procesrecht en het insolventieprocesrecht in een procedureel kader. Overzicht Aan de hand van dit kader zijn vervolgens de drie wetsbepalingen en hun toepassing in de praktijk (jurisprudentie) onderzocht. Dit levert een mooi overzicht op van de stand van zaken in de praktijk. Conclusies en concrete aanbevelingen Tenslotte trekt de auteur conclusies en doet hij concrete aanbevelingen waarmee de praktijk haar voordeel kan doen. Ook besteedt de auteur aandacht aan de verhouding tussen art. 287b Fw en het brede moratorium van artikel 5 van de Wet op de Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs, naar verwachting in te voeren in 2016). Op grond van deze bepaling kunnen burgemeester en wethouders de rechtbank vragen om ten behoeve van een schuldenaar een afkoelingsperiode te gelasten.
Merk | Paagman |
Categorie | Studieboeken |
EAN | 9789013130683 |