Het Leed Dat Rashond Heet
Product informatie
€ 22,95
0 van de 5 sterren
0 reviews
Koop het product
Koop het product
André van Duin ontving op 17 mei 2014 te Amsterdam het eerste exemplaar van het boek Het leed dat rashond heet uit handen van Jack de Jongh, voorzitter van Stichting Pup in Nood, tijdens het jubileumfeest van Pup in Nood. Stichting Pup in Nood bestaat 20 jaar in 2014. Ter gelegenheid daarvan komt het boek Het leed dat rashond heet uit. Pup in Nood heeft in 20 jaar tijd meer dan 4000 pups en honden opgevangen. Veel van die dieren zijn rashonden. Pup in Nood strijdt al jaren tegen het doorfokken van honden omdat dat alleen ellende oplevert, zowel voor de hond als voor het baasje. Broodfokkers zijn een probleem, maar veel fokkers van rasverenigingen ook. Veel raszuivere honden zijn namelijk doodziek. Het 20-jarig jubileum is een goede aanleiding om door middel van het boek Het leed dat rashond heet nogmaals hier de aandacht op te vestigen. Er is nog steeds weinig bekend bij het grote publiek over de ellende die het aanschaffen van een rashond met zich mee kan brengen. Dat is omdat de meeste mensen denken dat een rashond een garantie is voor gezondheid. Ze denken: als ik een rashond koop, weet ik in ieder geval zeker dat het een gezonde hond is. Het tegendeel is echter waar: indien u een gezonde hond wilt, dan moet u een bastaard kopen, en geen rashond. De meeste rashonden hebben één of meerdere erfelijke afwijkingen. Indien u dus een rashond koopt, is de kans groot dat u een zieke hond in huis haalt. Omdat Pup in Nood vindt dat iedereen moet weten wat er aan de hand is met de rashond, heeft zij in samenwerking met Uitgeverij De Graveinse Abeel het boek Het leed dat rashond heet uitgebracht dat in detail ingaat op de rashond en de erfelijke kwalen en ziekten die de verschillende rashonden kunnen krijgen. Een deel van de opbrengst van dit boek komt ten goede aan Stichting Pup in Nood. Het leed dat rashond heet Gefokt op uiterlijk, niet op gezondheid en daardoor een leven lang ziek Rashonden hebben het niet makkelijk. Iedereen valt voor hun uiterlijk, maar niemand let op hun gezondheid. Dat heeft heel nare gevolgen. Cavalier King Charles-spaniëls hebben een kans van 100% om ziek te worden (hartklachten) en een kans van 97% dat ze hun leven lang hoofdpijn hebben omdat hun schedel te klein is. Berner senners krijgen vrijwel allemaal kanker. De Engelse buldog kan niet meer normaal paren en bevallen. De Franse buldog leeft in constante ademnood. Er is tegenwoordig nauwelijks meer een rashond die gezond is. Dat komt door erfelijke afwijkingen. Dàt ze die hebben, komt omdat er alleen gefokt wordt op uiterlijk - niet op gezondheid. Om dat te bereiken, wordt inteelt toegepast: vader met dochter, moeder met zoon. Maar inteelt maakt ziek. En daarom worden rashonden heel vaak ziek. Té vaak. Rond 1920 verscheen het eerste wetenschappelijke onderzoek waaruit bleek dat inteelt slecht was; honden werden er ziek van. Inmiddels zijn we bijna een eeuw verder en is er niets veranderd, sterker nog: de rashond wordt alleen maar zieker. Maar de fokkers fokken door. Er zijn 8000 hondenfokkers in Nederland. Daar zitten ook goede fokkers tussen. Fokkers die gezonde rashonden fokken. Fokkers die wél van hun honden houden. Maar hoe vind je een goede fokker als een stamboom geen enkele garantie geeft op een gezonde hond? Want een stamboom is geen keurmerk van gezondheid, zoals velen denken, het is gewoon een geboortebewijs. Dit boek wil de (toekomstige) hondenbaasjes informeren. Want het zijn tenslotte de baasjes die te maken krijgen met een zieke rashond, met heel veel verdriet omdat hun hond altijd ziek is of veel te jong sterft, en met torenhoge dierenartskosten. Als de baasjes weten waar ze op moeten letten, wat ze kunnen doen en wat er aan de hand is, dan kunnen ze een gedegen keuze maken. Want als er geen zieke honden meer worden gekocht, dan worden er geen zieke honden meer gefokt.