Smous

Het begint in de periode 1968 tot 1979 en gaat dan verder op eind van de 20e eeuw. Ronald Plomb is gefrustreerd uit het leger gekomen en ziet actieve medewerking van de politiek en de bankwereld in onfrisse praktijken. Door een jonge luitenant, zoon van zijn vriend een Rijkswachter die ook een aantal frustraties meesleept, komen ze in bezit van bewijsstukken over de zwendel in het leger. De jonge luitenant wordt echter vermoord door de complotterende militairen. Ze maken samen van de gelegenheid gebruik de misbruiken in Brussel bij afbraakwerken en export van militair materiaal alsmede de moord te verzamelen in een anonieme brief. Anonieme brief omdat ze nog steeds twijfelen aan de integriteit van justitie. De gerechtelijke politie, getypeerd door sterke en zwakke figuren, komt in beeld waarbij ook hier aandacht wordt besteed aan bepaalde facetten van de samenwerking en hun privéleven. Op het eind maken de vrienden het dossier in zijn geheel openbaar maar dan wel via alle mogelijke kanalen omdat ze zelfs op dat ogenblik twijfelen of het gekend Belgisch systeem van doofpot strategie stokken in de willen zou steken.